Woningbranden eisen ieder jaar tientallen mensenlevens waarbij rook meestal de boosdoener is. Het is dus geen verrassing dat rookmelders sinds 1 januari 2020 verplicht zijn in iedere woning; maar hoeveel rookmelders moeten er in uw huis aanwezig zijn? Is er een verschil tussen rookmelders voor huurwoningen en rookmelders voor uw eigen woning? Immo Da Vinci zet het even voor u op een rijtje.
Waar moet een rookmelder hangen?
In het algemeen zijn dit de regels. Eerst en vooral is het belangrijk dat er op elk verdiep ten minste één rookmelder wordt gehangen. In elke kelder en op elke zolder waartoe bewoners rechtstreeks toegang hebben en/of waar er een technische installatie staat is het ook verplicht een rookmelder te voorzien. Daarnaast moet er een rookmelder worden voorzien in iedere ruimte die de bewoner bij een brand door moet om van de slaapkamers naar de uitgang te vluchten. Deze regels gelden zowel voor uw eigen woning, voor huurwoningen én voor studentenkamers.
Welke soorten rookmelders bestaan er?
Er zijn drie soorten rookmelders die het meest gebruikt worden:
- Rookmelders met vervangbare batterijen. De rookmelders zelf gaan meestal tien jaar mee, maar u moet op tijd de batterijen vervangen. Zorg ook zeker dat u altijd reservebatterijen in huis hebt. Deze rookmelders geven consequent een korte bieptoon wanneer de batterijen aan vervanging toe zijn.
- Rookmelders met vaste batterijen. Sommige van die rookmelders gaan langer mee dan andere, maar het is aangeraden om rookmelders te kopen waarvan de batterij minstens tien jaar mee gaat.
- Combimelders. Deze rookmelders geven niet alleen een seintje als er rookontwikkeling is, maar ook als er een te hoge concentratie koolstofmonoxide in de lucht zit. Dit is niet verplicht, maar het is wel aan te raden. Dit is namelijk de enige manier om u te waarschuwen bij een te hoge concentratie koolstofmonoxide. Dit is een stof die u niet ruikt, proeft of ziet.
Bestaan er ook rookmelders voor doven en slechthorenden?
Ja, er bestaan ook rookmelders die speciaal ontworpen zijn voor doven en slechthorenden. Die werken dan met felle lichtflitsen en soms ook een trilplaat wanneer er te veel rookontwikkeling is.